Organiseren
1. Planning
2. Organisatie
3. Time-management
1. Plannen (P) (reisschema)
- Ik kan goed een tijdsplanning maken
- Ik kan een taak opdelen in deeltaken
- Ik gebruik stappen om mijn doel te bereiken
- Ik beslis wat ik als eerste moet doen
- Ik onderzoek welke hulpmiddelen ik nodig heb om te slagen
- Ik bedenk hoe ik langetermijn opdrachten kan aanpakken
- Ik focus op de belangrijkste taken
- Ik zet activiteiten op een rij
- Ik stel doelen
Tips Plannen (reisschema)
- Noteer alle afspraken en taken zowel voor school, privé als thuis in een overzichtelijke agenda
- Voer alle (digitale) planners of studiewijzers per vak ook door in je agenda voor een totaaloverzicht
- Neem elke week een vast tijdstip om de weekplanning te maken
- Verdeel de lesstof in blokken verspreid het werk over een aantal dagen
- Plan tijd in voor het maak- en leerwerk en neem tijd om te herhalen en jezelf te overhoren
- Schrijf op wat er moet gebeuren in volgorde van belangrijkheid
2. Organiseren (koffers)
- Mijn bureau en kasten zien er geordend uit
- Ik houd mijn spullen op orde
- Mijn werk ziet er geordend uit
- Ik leg alle benodigde spullen voor een taak klaar
- Ik zet dingen in logische volgorde
- Ik gebruik een studieplanner om belangrijke momenten te onthouden
- Ik weet waar mijn spullen liggen
Tips Organisatie (koffers)
- Noteer direct na elke les wanneer iets af moet zijn in je agenda:
welk vak, leerwerk, maakwerk, welk hoofdstuk, bladzijde en paragraaf of opdracht - Maak aantekeningen volgens de Cornell-methode
- Zorg dat je bureau/kamer is opgeruimd
- Gebruik vaste opbergplekken voor schoolboeken en andere materialen
- Gebruik een notitieboekje om zaken te noteren die je niet moet vergeten
- Noteer in je studieplanner wat de toetsstof is
- Noteer in je studieplanner wanneer je geleende boeken terug moet brengen.
- Pak ‘s avonds je tas in
- Leg materialen per vak klaar als je moet gaan leren
- Plak gekleurde post-it strookjes tussen belangrijke pagina’s in je lesboek.
- Gebruik voor elk vak een schrift.
3. Timemanagement (vliegtijdenbord)
- Ik heb geen moeite met het voltooien van dagelijkse activiteiten
- Ik kan inschatten hoeveel tijd iets nodig heeft.
- Het lukt mij vaak om binnen de gestelde tijd een klusje te klaren
- Ik houd mij aan een schema
- Ik ben op tijd
- Ik heb mijn werk meestal op tijd af
- Ik pak lange termijn opdrachten goed aan
- Ik stel prioriteiten en kan bepalen wat als eerste af moet zijn als mijn tijd beperkt is
Tips Timemanagement (vliegtijdenbord)
- Werk aan de hand van een tijdschema.
- Zorg voor een klok in de studieruimte.
- Verdeel je schooltaken in tijdsblokken van 4x 25 minuten
- Neem na elke 25 minuten 5 minuten pauze
- Zet een timer als je start met een tijdsblok
- Verdeel grote projecten over een paar weken
- Houd voor grote projecten rekening met de tijdsinvestering van samenwerkingsafspraken en het zoeken van informatie
- Zorg dat je ruim een week voor de deadline klaar bent met een project of opdracht, zodat je nog tijd hebt om iets aan te passen
- Maak een reële tijdsinschatting voor maak- en leerwerk.
- Maak gebruik van tussenuren om alvast aan huiswerk te beginnen
- Informeer vrienden wanneer je offline gaat en weer online komt